Kern 6

Kern 7

Oefenen we:

nog een keer: oe-ij-ie-ou-au-ui-ei-u-uu-b-d

dubbelwoorden, zoals zakdoek, voetbal en zeilboot

woorden met twee medeklinkers achteraan, zoals laars em helm

woorden met twee medeklinkers vooraan, zoals kroon en vlieg

woorden met “sch-“”, zoals schoen en schaap

woorden met “-ng”, zoals ring, eng en tong

hoofdletters herkennen

Kern 8

Leren we:

woorden met twee medeklinkers voor- en achteraan, zoals krans en spons

woorden die eindigen op een -b en -d, zoals web en goud

woorden met “-nk”, zoals bank

woorden met “ch”, zoals bocht en pech

woorden met “schr-“, zoals schram en schrijf

verkleinwoorden, zoals muisje, boompje en stoeltje

woorden die eindigen op een korte klinker. zoals vla, vlo en nu

Kern 9

Leren we:

samengestelde woorden. zoals broekriem, kerstboom en hijskraan

woorden met drie medeklinkers voor- of achteraan, zoals strik en markt

woorden met “aai-ooi-oei”, zoals haai, kooi en roei

woorden die eindigen op een -e, zoals korte

woorden met een “stomme -e”, zoals mantel, bloemen en tijger

woorden met twee dezelfde medeklinkers in het midden, zoals takken en kommen

woorden die beginnen met “be-ge-ver”, zoals betaal, gebit en verdriet

Kern 10

Leren we:

woorden met “eeuw-ieuw-uw”, zoals leeuw, kieuw en duw

woorden die eindigen op -st, zoals herfst en kortst

woorden zoals bomen en nagel

woorden met een “stomme -e”, zoals hoepel, dansen, ballen en kegel

woorden zoals angst, links, rechts en boeien

woorden zoals leeuwen, nieuws en ruwe

Kern 11

Leren we:

woorden die eidigen op -ig en -lijk, zoals twintig en vrolijk

woorden die eindigen op -ing, zoals koning

heel veel lange woorden zoals, prentenboek, inpakken, muziekje, bezempje, bedoelen, gebeuren  en vertellen

woorden die beginnen met -on en -ont, zoals onkruid en ontploffen

Kern afsluiting:

In deze kern staat het toneel lezen centraal. Hoe kun je een tekst lezen met intonatie en tijdens het lezen proberen we ook goed de kijken naar alle leestekens zoals de . – ! – ?- ,